Ella Hendriks: Een goede restaurator leert een leven lang
‘Het Restauratoren Register is een grote stap voorwaarts in de erkenning van het restauratievak, dat geen beschermd beroep is. Het schept duidelijkheid voor de beroepsbeoefenaars en voor de opdrachtgevers’, aldus Ella Hendriks, hoogleraar Conservering en restauratie aan de Universiteit van Amsterdam en lid van de Begeleidingscommissie van het Restauratoren Register.
Ella Hendriks: ‘De universiteit is geen eiland’ - foto Dirk Gillissen (UvA)
Onderzoek en praktijk verbinden
Ella Hendriks is verbonden aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam als hoogleraar Conservering en restauratie binnen de Afdeling Kunst- en cultuurwetenschappen. Daar verzorgt zij het onderwijs aan studenten van de eenjarige minor, alsmede de tweejarige master Conservation and Restoration of Cultural Heritage (Restauratiekunde) en de tweejarige postmaster-opleiding die samen opleiden tot de kwalificatie van restaurator. Zelf heeft zij, na in Manchester en Cambridge (Hamilton Kerr Institute) opgeleid te zijn als respectievelijk kunsthistorica en restaurator, ruim dertig jaar gewerkt als restaurator van schilderijen, voornamelijk in de museale wereld. Hiermee deed zij fundamentele kennis en uitgebreide praktijkervaring op in alle aspecten aangaande de dagelijkse en lange termijn zorg voor cultureel erfgoed. Haar werkzaamheden liepen uiteen van het voorbereiden, coördineren en uitvoeren van (vaak complexe) conserverings- en restauratiebehandelingen tot en met het opstellen van behandelplannen voor collecties, en het adviseren over de vereisten voor opslag, transport en tentoonstellen van werk.
Eindexamen heeft parallellen
‘Het welslagen van het Register, als bijvoorbeeld het ICON-register in de UK, wordt eerst en vooral bepaald door de restauratoren zelf’, vertelt Ella Hendriks. Voorwaarde is dat iedereen in het vakgebied actief wordt en zich voor het Register aanmeldt. Het is overigens noodzakelijk dat er een goed bij- en nascholingstraject wordt ontwikkeld. We willen daar als restauratoren-opleiding graag bij helpen. Ook daar staat of valt het Register mee. Want goede bij- en nascholing kunnen bijdragen aan het wegnemen van het wantrouwen dat bij een aantal restauratoren nog bestaat. Dat wantrouwen is wel een zorg van mij. Luister ook maar eens naar de geluiden over de vakbekwaamheid van afgestudeerden aan de universiteit. Die zouden louter voor wetenschappelijk onderzoek worden opgeleid en niet voor het werkelijke restauratievak. Niets is minder waar. In de opleiding staat het verband tussen hoofd en handen juist centraal. De studenten hebben tijdens de volle vier jaar praktijkles waarin ze echte erfgoed objecten restaureren, en om het eindexamen succesvol af te kunnen ronden moeten studenten een lange periode van 100 procent praktijkervaring opdoen, als stagiair in een commercieel of museaal atelier. Ze moeten, en ik trek gelijk maar een parallel met de toelating tot het Register, kunnen uitleggen welke praktische keuzes ze hebben gemaakt bij een restauratie, reflectie kunnen tonen op hun werk, hun ethische principes kunnen toelichten’.
Verschillende ethische opvattingen
In haar onderwijs speelt de ontwikkeling van conserveringsmethoden en -strategieën, en op de toepassing van methoden en richtlijnen vanuit ethisch en wetenschappelijk perspectief, een belangrijke rol. ‘Het boeiende daarvan, onder andere, is dat we dit op internationaal niveau doen. De universiteit is geen eiland, we werken samen met restauratoren in binnen- en buitenland. Ons onderwijs overstijgt niet alleen de faculteitsgrenzen, maar draagt bij aan internationale onderzoeksprogramma’s en netwerken voor conservering en worden onderwezen aan studenten uit binnen- en buitenland. De culturele verschillen en ethische opvattingen van deze studenten vormen daarbij een verrijking. Neem de Oosterse ethische opvattingen, waar het vernieuwen een veel belangrijkere rol speelt dan in onze Westers denken, dat juist heel gericht is op het behouden. Het ambachtelijke aspect, denk aan de Japanse waardering voor het lakken op eeuwenoude wijze, het kunnen vernieuwen, versus het beschermen, het respect voor de geschiedenis’.
Leven lang leren
Het vanwege de Coronacrisis telefonisch gehouden interview vindt plaats daags voor de start van een nieuwe intake-ronde voor studenten. Gemiddeld is het aanbod van studenten voldoende, vertelt Ella Hendriks. ‘Het ene jaar heeft de ene specialisatie wat meer belangstelling, een ander jaar weer een ander. En dat, ondanks de niet al te uitnodigende arbeidsmarkt. Met name binnen musea neemt het aantal plekken voor vaste restauratoren af. Daarom is het Register, ook voor de studenten, van groot belang. Goede restauratoren kunnen zich ermee onderscheiden, zeker ook voor de opdrachtgevers. En wat zijn goede restauratoren? Dat zijn de onderzoekende restauratoren. Zij die bereid zijn een leven lang te willen leren. Altijd nieuwsgierig blijven. Die elk te restaureren object zien als iets nieuws dat bestudeerd moet worden om te worden begrepen. Onderzoekende restauratoren zijn ook altijd op zoek naar nieuwe kennis voor zichzelf. Daarom vind ik het zo belangrijk dat leden van het Register niet alleen zijn getoetst op vakbekwaamheid, maar ook geacht worden permanent actief te zijn in het onderhouden van zijn/haar kennis.’