Eén schilderij, verschillende technieken. Hoe snelle technologische vooruitgang leidt tot andere keuzes.
Technologische ontwikkelingen op het gebied van schilderijenonderzoek gaan ongelofelijk snel. Nieuwe technieken zijn makkelijker toegankelijk en goedkoper. Gecombineerd zorgen ze voor steeds gedetailleerdere informatie. Handig voor onderzoek én restauratie, zo vertelt conservator Leonore van Sloten van museum Rembrandthuis.
Leonore van Sloten - foto: Jeroen van Zijp
Bij het museum leidde zij het recente onderzoek naar het schilderij ‘Landschap met de Rust op de Vlucht naar Egypte’, olieverf op een houten paneel, dat als langdurig bruikleen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onderdeel uitmaakt van de tentoongestelde collectie. Het toont een geliefde Bijbelse voorstelling van Maria en Jozef die met hun kindje Jezus een rustplek zoeken tijdens hun vlucht voor de kindermoord. Met hun lastdier houden zij zich op onder een imposante boom.
“We denken dat het door een leerling of navolger van Rembrandt is geschilderd, maar het schilderij was met raadsels omgeven. Zo zagen we dat aan de rechterkant van het schilderij, aan de geschilderde horizon, sporen van een andere invulling in de vorm van gebouwen in een onderliggende verflaag.” Daarmee waren er meerdere vragen die gesteld werden bij aanvang van het onderzoek: behalve de maker was de vraag hoe oud het schilderij was en of onder het hele schilderij een ander ouder schilderij zat, een zogeheten ‘palimpsest’, in vaktermen.
Tellen en meten voor betere restauratiekeuzes
Het schilderij is voor het onderzoek met verschillende technieken onderzocht. Er is met röntgen gekeken, infrarood- en strijklicht en op de panelen waar het schilderij op is geschilderd is dendrochronologisch onderzoek gedaan. Een techniek waarbij, doormiddel van het tellen en meten van de jaarringen van het hout, het kapjaar van de gebruikte boom vastgesteld kan worden. Dit zijn geen nieuwe technieken, maar wel onderzoeksmethoden die cruciaal zijn en blijven voor meer kennis. En in combinatie met de nieuwste technieken – zoals de macro-XRF scanner – brengen ze ons grote sprongen verder.
“Dit is een modernere manier van kunsthistorisch onderzoek. Het is echt van belang een brug te slaan tussen de alfa- en bètawetenschappen. Wij kunsthistorici leren door middel van technisch onderzoek over de opbouw van een schilderij; van de ondergrond tot aan de gebruikte verf. Daarmee kunnen we de bedoeling van de vervaardiger beter duiden, en de schilder misschien wel identificeren. Zulke inzichten kunnen bijvoorbeeld ook helpen om restauratiekeuzes beter te maken”, aldus Van Sloten.
Reconstrueren van oorspronkelijke bedoelingen
Op haar computer laat Leonore van Sloten ook de resultaten van het onderzoek naar de gebruikte chemische eigenschappen van de verf zien, aan de hand van een zogeheten macro-röntgen-fluorescentie-scan. Per foto is zo zichtbaar te maken welke pigmenten waar in het schilderij voorkomen. Zo kon in dit geval worden vastgesteld dat niet het hele schilderij is overgeschilderd, maar alleen het rechterdeel dat nu ook al opvalt als aangepast.
“Deze scanmethode maakt niet alleen onderliggende geschilderde elementen zichtbaar, het leert ons ook dat we nu bepaalde kleuren anders zien door de verkleuring van de gebruikte verven. Een schilderij van Rembrandt heeft nu voor ons vaak een hele bruine zweem, maar we weten dat het pigment smalt dat hij gebruikte voor zijn blauw, bruin verkleurt. Hetzelfde geldt voor het groene pigment vivianiet. De schilderijen waren dus oorspronkelijk mogelijk op plekken blauwer en groener dan nu”.
Niet dat zulke inzichten zouden moeten leiden tot een ingrijpender restauratie, maar het biedt wel de mogelijkheid om de originele bedoelingen in concept te reconstrueren. “We hebben voor een tentoonstelling een simulatie van een tekening van Rembrandt laten maken in de originele kleur van de inkt, want ook die was ernstig verkleurd: van blauwzwart naar bruin. En dat gaf een totaal nieuw inzicht in Rembrandts artistieke bedoelingen.”
Dendrochronologisch onderzoek
Van Sloten deed voor het onderzoek naar ‘Landschap met de Rust op de Vlucht naar Egypte’ nog iets bijzonders. Zij liet niet één, maar twee partijen dendrochronologisch onderzoek doen. “De ene onderzoeker is in onze wereld heel bekend met zijn dendrochronologie, maar in Nederland hebben we ook bij de RCE expertise in huis. De resultaten waren overigens vrijwel gelijk: het hout waarop dit schilderij is geschilderd moet rond 1645 voor de schilder beschikbaar zijn geweest om op te werken. En daarmee hadden we een belangrijk ijkpunt qua datering. Zo werd ook duidelijk welke leerling van Rembrandt er mogelijk aan heeft gewerkt.”
Die datering heeft geleid tot een heel directe koppeling aan een prent van Rembrandt zelf, uit 1645, waar de opvallend dominante boom van het schilderij ook op voorkomt. Een mogelijke schilder is Leonore van Sloten intussen ook op het spoor, maar dat is iets waar nog meer onderzoek voor nodig is en waarover ze later ook nog verder hoopt te publiceren.
Toekomst
Voor de toekomst ziet Van Sloten steeds bredere toepassing voor al deze nieuwe technieken. “Het was voor mij heel interessant om te ontdekken dat, bijvoorbeeld, dendrochronologisch onderzoek ook via de RCE beschikbaar is.” Het wordt daarmee niet alleen makkelijker toegankelijk, maar zal ook leiden tot zorgvuldigere restauratiekeuzes waarbij de geest van het schilderij of de tijd een belangrijkere rol gaan spelen. Daarnaast zijn er tal van mogelijkheden voor het steeds verder toepassen van de eerdergenoemde simulaties, waarbij wij niet alleen het oorspronkelijke voorkomen van een schilderij of tekening te zien kunnen krijgen maar ons stilistische beeld van een kunstenaar ook verder kan worden genuanceerd.
Landschap met de 'Rust op de Vlucht naar Egypte’. Collectie RCE (in langdurig bruikleen aan museum Rembrandthuis) - fotograaf: René Gerritsen
Reconstructie van Leonore van Sloten, mede op basis van technisch onderzoek door Petria Noble en Annelies van Loon (Rijksmuseum)