Ann-Katrin Adolph, Hendrick de Keyser: ‘Restauratoren Register moet broedplaats voor inzichten zijn’
'Van de 432 panden die de Vereniging in bezit heeft, zijn er meer dan 250 gekwalificeerd met een hoge interieurwaarde. Voor elke restauratie daarvan trekken we een team van specialisten aan. Daarbij zijn de belangrijkste eisen de vakbekwaamheid op hun werkterrein en het interdisciplinair kunnen werken'.
Ann-Katrin Adolph (3e van links) ontvangt de Lieven de Key penning voor het uitstekend restauratieresultaat van Huis Barnaart
Grote verantwoordelijkheid
‘De panden in bezit van de Vereniging’, vertelt Ann-Katrin Adolph, architect bij Hendrick de Keyser, ‘waarderen we in drie categorieën en op drie niveaus. Achtereenvolgens de gevel, het casco en het interieur. Die kunnen respectievelijk van grote, uitzonderlijke waarden zijn, van beperkte maar wel bijzondere of van minimale waarde. Ruim 60 procent van de interieurs hebben een uitzonderlijke waarde. Dat legt bij ons, en bij de betrokken vakmensen, een aanzienlijke verantwoordelijkheid. In de praktijk zie je dat terug in bijvoorbeeld het vele onderzoek wat onder andere door historici en architecten in vaste dienst en door de ingehuurde specialisten ten behoeve van een restauratie gebeurt. Onderzoek naar kleuren, stoffen, lijsten en wat al niet. Voor de restauratie van het begin negentiende-eeuwse Huis Barnaart in Haarlem was het nodig om ‘spreekwoordelijk’ in het hoofd van architect Abraham van der Hart te kruipen om zijn ontwerpopvattingen te kunnen reconstrueren’.
Spijkergaten
Hoe ver dat onderzoek reikte, is terug te lezen in de boeiende uitgave Keizerlijk restaureren van Wouter van Elburg en Isja Finaly (uitgave Hendrick de Keyser). Tijdens het onderzoek naar de oorspronkelijke wandbespanning werden spijkergaatjes in de oorspronkelijke houten latten betimmering ontdekt. Met behulp van de stoffeerder kon worden achterhaald welke spijkergaten het oudst waren. Deze spijkergaten met vierkante inslag, van gesmede nagels, bleken bij de oorspronkelijke wandbespanning te horen.
Ann-Katrin Adolph kon op basis hiervan schetsen maken voor de wijze waarop de wandbespanning aangebracht kon worden.
Kosten
‘Essentieel’, vervolgt Ann-Katrin Adolph, ‘is het willen en kunnen delen van de opgedane kennis. De specialisten moeten goed naar elkaar kunnen luisteren en elkaar op een onderbouwde wijze kunnen overtuigen. Dat is voor mij in lijn met de doelstellingen en de kansen die het Restauratoren Register biedt. Ook daar ontmoeten specialisten elkaar om kennis en ervaringen met elkaar te delen. Een broedplaats voor inzichten moet het zijn. Ik hoop dat het Register dat ook mogelijk maakt. En daarbij heb ik wel enige zorg wat betreft de financiële toegankelijkheid voor zzp-ers. Ik hoop dat de kosten van het registreren voor hen betaalbaar is, of wordt gemaakt. En, voeg ik daar gelijk aan toe, die kostenfactor kan ook ons, als opdrachtgever, parten spelen. Want uiteindelijk krijgen wij die op ons bordje. En daar moet de Vereniging (Hendrick de Keyser) weer kritisch naar kijken, want we werken met gelden van onze leden’.
Atelier bezoeken
‘Naast de kosten speelt de beoordeling van het werk vervolgens een belangrijke rol’, stelt Ann-Katrin Adolph. Ik hoop dat bij de toelating en toetsing er, net als wij doen, vooral beoordeeld wordt op de werkervaring van de restaurator. Dat het geen papieren tijger wordt. Ik zou het fantastisch vinden als er nog een uitbreiding zou komen waarbij er ook gelegenheid is tot een bezoek aan zijn of haar atelier, naast het beschouwen van documenten en foto’s. Wij willen daaraan meewerken en onze huizen openstellen om zo nodig en mogelijk de auditors kennis te laten nemen van het werk dat de restauratoren er verricht hebben. Op de site van het Register zie ik daarom graag veel aandacht voor het werk en de ervaringen van de geregistreerde restauratoren. Wat hebben ze gedaan, welke keuzes hebben ze gemaakt, en waarom? Dat is voor mij, maar ook voor anderen van belang wanneer een specialist vanwege zijn of haar expertise wordt uitgenodigd.’ Lees hier meer over de registratiekosten.